zondag 27 januari 2013

Ecologische in- en uitzichten van Mastatal tot Manuel Antonio


Basil en de bamboepamper


Op een organische boerderij zoals Villas Mastatal merk je dat reizigers, jong of oud, individueel of zelfs voltallige gezinnetjes allemaal hun eigen ecologische ideeën hebben. Van de vegetarische Jes tot het Australische gezinnetje met peuter Basil die vrolijk rondhuppelt in herbruikbare bamboepampers. Een Amerikaanse familie was dan weer op zoek naar leuke voorbeelden om zelf een organische boerderij op te richten met behulp van vrijwilligers. En dan hebben we het nog niet eens over onszelf gehad. Twee ecotrippers op zoek naar ecologische in - en uitzichten. Een bont allegaartje dus van mensen van over de hele wereld. Costa Rica blijkt echt de trekpleister bij uitstek te zijn om je ecologische gedachten te ordenen.
Toch vragen wij ons af of wij buitenlanders, het land niet anders beleven dan de authentieke Tico´s . In het binnenland zien we hen gewoon lekker leven op hun ritme: te paard gaan ze richting hun werk, en af en toe brengt de hobbelende bus grote voorraden rijst tot bij de mensen. De inkopen gebeuren lokaal en vaak in enorme hoeveelheden. Hetgeen wat vroeger ook bij ons gedaan werd, maar nu omver geslagen is door onze onbedwingbare consumptiedwang. Of zoals oudere mensen soms luidop denken: waar zijn de tijden?



Ondertussen liggen er drie dagen Manuel Antonio achter onze rug. Een Pacifisch kuststadje met een klein, maar drukbezocht nationaal park. Onze doelstellingen waren dubbel. Aan de ene kant hadden we nood aan een plaats waar internetafhankelijken zoals ons de tijd hebben om lekker door te werken: teksten schrijven, foto's opladen, filmpje afwerken én mails rondsturen om de komende weken nieuwe thuishavens vast te leggen. Aan de andere kant wilden we ook de door heel wat toeristen gegeerde natuur met eigen ogen beschouwen. Nu, na twee weken ongerept regenwoud terechtkomen in een jungle van hotels, waar supermarkten naar je lachen met torenhoge prijzen en waar de ene toerist na de andere je ooghoek kruist, was toch even slikken.



Na de eerste dag hadden we al een luiaard op het puntje van een boom zien kruipen, aapjes als wilden van tak tot tak zien slingeren en leguanen aan het zwembad bij de hostel zien kruipen. Dat allemaal zonder schrik of schaamte. De gewendheid aan het mensenras druipt er als ware van af. Dat hadden wij nog niet meegemaakt hier. Het enige aapje dat wij spotten voorbije weken in de buurt van Villas Mastatal, zat vanaf een veilige afstand zijn territorium af te bakenen en schuw verstoppertje te spelen in de bomen.

Oven met gerecycleerde glazen flessen

Goed, we zijn uiteindelijk het nationale park zelf niet binnen geweest. Na verschillende minder positieve ervaringen tot ons genomen te hebben van mede-ecotoeristen, besloten we dat het voor ons niet bepaald de moeite zou zijn. En die twee onderstreepte woorden willen we met zorg benadrukken. De rust en tegelijkertijd constante bedrijvigheid van al de levende organismen die wij voorbije weken gevoeld hebben, kan niet zomaar vervangen worden door een platgelopen pad waar de aapjes smeken om aandacht.

Even de toerist uithangen met Lotte, onze Hollie
Niettemin maakt Manuel Antonio het wél mogelijk om aan gelijk welk mensenslag – van kleuter in de buggy tot met krukken lopende jongere of oudere – een stukje jungle bloot te geven. Om op een veilige manier gerepte natuur met beide ogen vast te grijpen. Dat de lokale bevolking er munt probeert uit te slaan, mogen wij hen niet kwalijk nemen. Daar moeten wij als westerlingen niet voor onder doen. Integendeel. We hebben wel het gevoel dat er zich in Costa Rica een groot ecologisch bewustzijn manifesteert. Sympathieke, uit hout opgebouwde cafeetjes en restaurants, maken het straatbeeld nog gedeeltelijk passend binnen het junglegebeuren. Ook een winkeltje waar ze enkel natuurlijke kledij verkopen, zoals T-shirts uit bananenbladeren, trok onze aandacht.

Er blijkt vanuit verschillende hoeken van het land echt wel voldoende ecologische impulsen te komen, om van Costa Rica een duurzaam land te maken. De inkomsten van het nationaal park worden gebruikt om het behoud van de natuur te bevorderen. Al lazen we wel in een gerenommeerd reismagazine dat de maximale capaciteit van het park 300 personen per dag zou zijn, om de natuur in ere te bewaren. Dat getal wordt ruimschoots overschreden. En hoe je het ook draait of keert, massatoerisme legt een veel te grote druk op de natuur.

Ondertussen zijn we terug in ons rustig stukje natuur – al mogen de krekels wel eens een toontje lager zingen- en genieten we van onze laatste uurtjes op het yogaplatform. Straks trekken we onze bergschoenen aan om richting La Iguana, een organische chocoladeboerderij, te stappen. Onze nieuwe thuis – ons Belgisch chocoladehartje gaat weer wild te keer.





 Manuel Antonio, tourist paradise or waste land?

On an organic farm like Villas Mastatal, you notice a lot of travellers, young or older, individual or whole families who all have their own specific ideas about ecology. From the vegetarian Jes, to the Australian family with their cute little boy Basil who likes to hop around in his reusable nappies made of bamboo. An American family who was searching for good examples to start an organic farm by themselves with the help of volunteers. And then we haven't even talked about ourselves. Two ecotrippers looking for ecological insights and external sights. A colourful mishmash of people all over the world.


Costa Rica really seems the be the place to be for eco-lovers. Nevertheless we are wondering whether we, foreigners, have a different view about the country in comparison with the authentic Ticos. Deep in the jungle we see them living on their own rythm: they go to their jobs by horses and sometimes they go to the bigger cities to get huge sacks of rice. They buy their food local and in enormous amounts. The things we also did in earlier years, but now defeated by our unstoppable consumerism. Like older people sometimes say: in our time …


Last week we spent three days in Manuel Antonio. A city at the Pacific Coast, small, but with a touristic national park. On the one hand we needed a place where internetaddicts like us had the opportunity to work: writing texts, uploading pictures, finish a short reportage and sending e-mails to find a new home for the next couple of weeks. On the other hand we wanted to see a piece of nature loved by many tourists. To be in a jungle of hotels, where supermarkets smile at you with prices that are way to high and where there are just too many tourists, A bit of a shock after two weeks of unspoilt rainforest.


On the first day we saw a sloth crawling on the top of a three, monkeys jumping like wild beasts on the roof of a hotel and iguanas searching their way back home without any kind of fear or shame. It's obvious that they are very used to the human race. That we hadn't experienced here yet. The only monkey we saw in the neighbourhood of Villas Mastatal, was playing hide and seek in the trees a safe distance away from people.


Finally we didn't enter the national park itself. After hearing different negative experiences of co-ecotourists, we decided that it wouldn't be worth it for us. And those two words we want to underline. The quietness and at the same time constant movement of all the living organisms which we felt the last few weeks, cannot be replaced by overcrowded paths where monkeys are begging for some attention.


Nevertheless Manuel Antonio does make it possible to show to every kind of human being – from toddler in the buggy to the less mobile people – a piece of jungle. To grab, in a safe way, with botheyes some Costa Rican nature. We can't blame the locals that they try to make money out of it. We as Western people aren't any better. On the contrary. We have the feeling that there is a big ecological consciousness in Costa Rica. Rustic bars and restaurants built from wood, make the streetview a bit more acceptable in the spirit of the jungle. Also a shop where they only sell natural clothing, made out of bamboo and banana leaves, got our attention.

It seems as if there are a lot of ecological impulses coming from different sides of the country. The income of the national park is used to maintain the nature. Although we read in a renowned traveller magazine that the capacity of the park should be only 300 people a day, to honour the nature. That amount is exceded every day. And however you choose to see it, the impact of mass tourism on nature is noticeable.


On Friday we arrived back in our quiet piece of nature – although the cicadas may sing a tune lower – and we're enjoying our last hours on the yoga deck. Later on today we'll put on our hiking shoes to go to La Iguana, an organic chocolat farm. Our new home – our Belgian chocolat heart is going wild.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Al wie graag een berichtje achterlaat of een reactie schrijft: laat maar komen!