woensdag 20 februari 2013

Een bussende rit en de snuit van een boa: we zijn in Paradise Tropical Garden


Rio Claro is het stadje waar we dit keer onze trekrugzakken neergeplant hebben. Na een dagje ‘bussen’, waarbij we zowat de helft van Costa Rica zagen voorbij flitsen, kwam Robert Beatham ons tegemoet aan de bushalte – nadat we menig taxichauffeur teleurstelden met het feit dat onze lift reeds geregeld was.  De busrit werd meerdere malen opgevrolijkt door venters die het voertuig opveerden om bananenchips en mangoreepjes te verkopen en door kleurrijke wegrestaurants waar we af en toe onze benen strekten.

De Pacifische kustlijn liet een diepe indruk op ons achter. Alsof de uitgestrekte oceaan ons wilde omarmen en uitnodigde voor een duikje. Hopelijk kunnen we daar volgende week een beetje 'dieper' op ingaan. Ook het Corcovado Nationale Park toonde de natuurlijke machtigheid - een Costa Ricaan die we hier ondertussen bij toeval al twee keer tegen het lijf liepen, vertelde ons dat het ongeveer vier procent van de bioversiteit van de wereld omvat. Na de busrit stonden onze mondjes alleszins nog wagewijd open van al die groene pracht en praal. 


Nu staan we dus met beide voetjes op het domein met de voor zichzelf sprekende naam Paradise Tropical Garden. De kwikke Amerikaanse zeventiger, onze host, pikte ons op in het niet-toeristische Rio Claro om ons met pak en zak naar zijn verborgen tuin te voeren. Een ‘tuin’ is echter een zware understatement. Na verschillende rondleidingen en de nodige deskundige uitleg zitten we allebei nog steeds met de handen in het haar: de overvloed aan plant – en bloemnieuwigheden doet onze hersenpan tilt slaan. Hoe gaan we daar nu ooit helemaal wijs uit worden – ondertussen zijn we echter al tot het besef gekomen: je hoeft niet altijd wijs te zijn om er het beste voor jezelf eruit te halen.


 
Robert verkoopt de vruchten van de palmbomen waaruit palmolie geperst wordt. Deze tropische hoogvliegers strekken zich voor ons uit alsof ze met hun bladeren de wolken willen vastgrijpen. Hun schaduwen laten molenwieken verrijzen op het gras.  Reuzen van het oerwoud, zo zou je ze ook kunnen noemen. Daartussen en overal in het rond bloeien en groeien honderden tropische planten. Met onze neuzen naar de grond gericht zoeken we de naamkaartjes van het nieuwe plantenrijk dat zich onder, boven  en rond ons uitstrekt. 



Na de ‘koelte’ van Orosi zorgt de vochtige hitte ervoor dat ons lichaam alweer een gewenningsperiode nodig heeft. Iets in onze achterhoofden zegt ons ook dat het er hier misschien nog iets wilder aan toe zal gaan – zou het de boa zijn die tijdens onze eerste ochtendwandeling haar of zijn snuit even uit het gras stak? Brr. En ook onze smaakpapillen zijn weer van de partij. De tropische tuin biedt ons enkele ongekende vruchten waar wij dagelijks onze tong aan mogen vuilmaken. 
 

Binnenkort op onze blog, nu al een voorsmaakje:
Vanwaar komen die cashewnoten toch die wij zomaar in onze mond steken, waarom ruikt Channel Numero 5 zo lekker, is shampoo ginger echt om je haar mee te wassen en wat als we nog een boa tegenkomen? Bij ons krijgt u waar voor uw volgzaamheid.


A 'bussy' ride and the muzzle of a boa: we are in Paradise Tropical Garden

Rio Claro is the small city where we dropped our backpacks this time. After a day of 'bus whacking', where we crossed almost the half of Costa Rica, Robert Beatham came to get us at the bus stop - after we had to turn down several taxidrivers because we already had a ride. The bus ride was cosy: occasionally people jumped on the bus to sell some banana chips or pieces of mango and the colourful roadside restaurants were ideal to stretch our limbs.

The Pacific coastline was impressive. The extensive ocean tried to embrace us and invited us for a dive. Hopefully next week we can give in to that temptation. The Corcovado National Park showed us the mighty nature - a Costa Rican guy who we already met two times by chance, told us that it comprises  four percent of the biodiversity in the world.


Now we are standing with our both feet on the area with the self-explanatory name: Paradise Tropical Garden. The brisk American in his seventies, our host, picked us up in the non touristy Rio Claro to take us with our baggage to his secret garden. 'Garden' is however a huge understatement. After different tours and explanations from a real expert, we are still in the dark: the overload of new plants and flowers mixes us up a little bit. How will we ever be able to understand it all.

 
Robert sells the fruits of de palm trees from which they squeeze the palm oil. Those tropical highflyers stretch out like they want to reach the clouds with all of their leaves. In other words the giants of the garden. Hundreds of tropical trees and plants flourish and grow everywhere. With our noses focused on the ground we search for every new plant on the plant kingdom that stretches out under, over and around us.

Following the 'coolness' of Orosi, the humid heat forces our bodies to settle down again. Our minds tell us that this place will be rougher than ever - was it the boa who showed us it's muzzle during our first morning walk? Brrr. And our taste buds are present again. The tropical garden gives us new unknown fruits every day that we can tickle our tongues with.

Later on on our blog:
Where do the cashewnuts come from that we just put in our mouths, why is Channel Numero 5 smelling so good, is shampoo ginger really to wash your hair with and will we meet another boa? Your docility will deliver you from all those questions.

1 opmerking:

Al wie graag een berichtje achterlaat of een reactie schrijft: laat maar komen!